Wijzigingen inzake de activeringsbijdrage

Sinds 1 januari 2018 zijn werkgevers een bijzondere activeringsbijdrage verschuldigd voor werknemers die volledig vrijgesteld worden van arbeidsprestaties. De programmawet van 22 december 2023 wijzigt de toepassingsvoorwaarden en bijdragepercentages. Wij bespreken de belangrijkste wijzigingen, van kracht sinds 1 januari 2024.

Uitbreiding van het toepassingsgebied

De bijzondere activeringsbijdrage is verschuldigd voor werknemers die tijdens een volledig kwartaal vrijgesteld werden van prestaties. Voortaan geldt dit ook voor werknemers die nog voor minder dan één derde tewerkgesteld worden en voor het overige vrijgesteld zijn van prestaties.

Hogere bijdrage-percentages

De bijdragepercentages zijn gestegen. De leeftijdsklassen en minimumbedragen blijven echter ongewijzigd.

Voor details zie hier

Verlaging van de bijdrage in geval van een outplacement 

Wanneer de werknemer tijdens de eerste 4 trimesters van de vrijstelling een outplacement volgt van minstens 60 uren, kan de werkgever genieten van een verminderde activeringsbijdrage. De waarde van het outplacement moet 1/12^de van het jaarloon van de werknemer bedragen, met een minimum van 1.800 EUR en een maximum van 5.500 EUR. 

Aanpassing van de vrijstellingsvoorwaarden

Voortaan zal de bijdrage nog steeds verschuldigd blijven wanneer de werknemer die vrijgesteld is van prestaties opnieuw een professionele activiteit opneemt van minstens 1/3^de van een voltijdse tewerkstelling, als zelfstandige of bij een nieuwe werkgever.

Inwerkingtreding

De nieuwe regels zijn van toepassing op alle vrijstellingen van prestaties, voorafgaandelijk of na de inwerkingtreding op 1 januari 2024.

Te onthouden ?

Sinds 1 januari 2024 zijn de bijdragepercentages en toepassingsvoorwaarden van de speciale activeringsbijdrage gewijzigd.

De nieuwe maatregelen zijn van toepassing op nieuwe en bestaande vrijstellingen.

Bron : Programmawet van 22 december 2023, BS 29 december 2023