Rouwverlof wordt langer en kan soepeler ingevuld worden

Op 17 juni 2021 keurde de wetgever een wetsvoorstel goed tot uitbreiding van het rouwverlof en tot het flexibiliseren van de opnamemodaliteiten.

Rouwverlof

Het rouwverlof is een zogenaamd “omstandigheidsverlof” waarvan werknemers gebruik kunnen maken bij overlijden van een naaste. Dit geeft hen het recht om met behoud van loon afwezig te zijn van het werk.

Een wetsvoorstel, goedgekeurd op 17 juni 2021, wijzigt de duur en de modaliteiten om dit verlof op te nemen.

Bij de inwerkingtreding van de wet zullen deze er als volgt uitzien:

1. Bij het overlijden van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner of bij het overlijden van een pleegkind in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden:

• ?De duur van het verlof bedraagt 10 dagen (voordien: 3 dagen);
• Wat de modaliteiten betreft, kunnen 3 dagen (te kiezen door de werknemer) opgenomen worden tussen de dag van overlijden en deze van de uitvaartplechtigheid en 7 dagen (te kiezen door de werknemer) binnen het jaar na overlijden;

2. Bij overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer of van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner:

• De duur van het verlof bedraagt 3 dagen;
• Wat de modaliteiten betreft, kunnen deze dagen opgenomen worden (te kiezen door de werknemer) tussen de dag van overlijden en deze van de uitvaartplechtigheid;

3. Bij overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van overlijden:

• De duur van het verlof bedraagt 3 dagen;
• Wat de modaliteiten betreft, kunnen deze dagen opgenomen worden (te kiezen door de werknemer) tussen de dag van overlijden en deze van de uitvaartplechtigheid;

4. Bij overlijden van een broer, zus, schoonbroer, schoonzus, grootvader, grootmoeder, kleinkind, overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind, schoonzoon, schoondochter of van een samenwonende partner die bij de werknemer inwoont:

• De duur van het verlof bedraagt 2 dagen;
• Wat de modaliteiten betreft, kunnen deze dagen opgenomen worden (te kiezen door de werknemer) tussen de dag van overlijden en deze van de uitvaartplechtigheid;

5. Bij overlijden van een broer, zus, schoonbroer, schoonzus, grootvader, grootmoeder, kleinkind, overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind, schoonzoon, schoondochter of van een samenwonende partner die niet bij de werknemer inwoont:

• De duur van het verlof bedraagt 1 dag;
• Wat de modaliteiten betreft, moet deze dag opgenomen worden op de dag van de uitvaartplechtigheid;

6. Bij overlijden van een pleegkind van de werknemer of van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden: 

• De duur van het verlof bedraagt 1 dag;
• Wat de modaliteiten betreft, moet deze dag opgenomen worden op de dag van de uitvaartplechtigheid;

Mits akkoord van de werkgever is het mogelijk om, op vraag van de werknemer, af te wijken van de hierboven wettelijk voorziene termijnen om rouwverlof op te nemen.

Arbeidsongeschiktheid na rouwverlof

Ingeval van arbeidsongeschiktheid die onmiddellijk volgt op een afwezigheidsperiode als gevolg van het overlijden van de echtgenoot, de echtgenote, de samenwonende partner, een kind van de werknemer of van de echtgenoot, echtgenote of samenwonende partner, zal het rouwverlof verrekend worden vanaf de 4e dag van de periode van gewaarborgd loon (op voorwaarde dat deze 4e dag volgt op een toegelaten 3e dag van rouwverlof).

Bijvoorbeeld: een bediende verliest zijn echtgenote. Hij neemt 10 dagen rouwverlof en wordt vervolgens arbeidsongeschikt gedurende 30 dagen. De werknemer heeft recht op: 3 dagen rouwverlof (met behoud van loon), 7 aanvullende dagen rouwverlof (met behoud van loon) en 23 dagen gewaarborgd loon in het kader van de arbeidsongeschiktheid.

 

Inwerkingtreding

Dit nieuwe stelsel zal in werking treden op de 10e dag volgend op de publicatie van de wet in het Belgisch Staatsblad. Tot op vandaag werd de wet nog niet gepubliceerd.

 

En in de publieke sector?

Deze bepalingen zijn ook van toepassing voor contractueel overheidspersoneel.

Voor de statutaire ambtenaren, waarvoor het rouwverlof voorzien is in het KB van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, werd eveneens een verlening en versoepeling van het rouwverlof ingevoerd.

 

Bron:wetsvoorstel van 17 juni 2021 tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van de opname van het rouwverlof.