Het recht op jaarlijkse vakantie wordt versterkt
Een koninklijk besluit van 8 februari 2023 maakt het mogelijk dat werknemers de jaarlijkse vakantiedagen kunnen overdragen, die ze niet hebben kunnen opnemen wegens ziekte, ongeval, moederschapsverlof, ouderschapsverlof, adoptieverlof, profylactisch verlof, pleegzorgverlof of pleegouderverlof.
Elke voltijdse werknemer heeft recht op vier weken jaarlijkse vakantie. De Europese regelgeving voorziet dat lidstaten de nodige maatregelen moeten treffen opdat werknemers effectief rust kunnen nemen.
Het koninklijk besluit van 8 februari 2023 versterkt nu de doeltreffendheid van het recht op jaarlijkse vakantie.
Zo behoudt een werknemer die verhinderd is om zijn wettelijke vakantiedagen op te nemen omwille van een reeks oorzaken die de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst schorsen, het recht om de niet-opgenomen vakantiedagen op te nemen binnen de 24 maanden die volgen op het einde van het vakantiejaar waarop deze vakantiedagen betrekking hebben.
Met andere woorden, onder bepaalde omstandigheden kan een werknemer niet-opgenomen vakantiedagen overdragen naar een volgend vakantiejaar.
De schorsingsoorzaken die een overdracht aan wettelijke vakantiedagen mogelijk maken zijn ongeval, ziekte, moederschapsverlof, ouderschapsverlof, adoptieverlof, profylactisch verlof, pleegzorgverlof of pleegouderverlof.
Bovendien kunnen deze schorsingsoorzaken niet aangerekend worden op de jaarlijkse vakantiedagen, ook al doen deze schorsingsoorzaken zich voor tijdens de vakantie.
Als een werknemer bijvoorbeeld tijdens zijn jaarlijkse vakantie ziek wordt of een ongeval heeft, dan primeert de arbeidsongeschiktheid op de jaarlijkse vakantie. De werknemer behoudt het recht op de vakantiedagen die hij niet heeft opgenomen ingevolge deze arbeidsongeschiktheid.
Specifiek voor bedienden betekent dit dat de werkgever het vakantiegeld voor de niet-opgenomen vakantiedagen aan de werknemer moet uitbetalen vóór 31 december van het vakantiejaar waarin de werknemer de vakantie had moeten opnemen. Het gaat met andere woorden over een voorafbetaling van de nog op te nemen vakantiedagen.
Ten slotte moet het vakantieattest dat bij de beëindiging van de arbeidsrelatie door de werkgever wordt afgegeven, voortaan de uitgestelde vakantiedagen vermelden.
Deze nieuwe regels gelden vanaf 1 januari 2023 en is voor de eerste keer van toepassing op het vakantiejaar 2024.
Te onthouden?
Het koninklijk besluit van 8 februari 2023 versterkt de doeltreffendheid van de jaarlijkse vakantie.
Een werknemer kan zijn recht op jaarlijkse vakantie uitstellen wanneer hij deze niet kan opnemen wegens ziekte, ongeval, moederschapsverlof, ouderschapsverlof, adoptieverlof, profylactisch verlof, pleegzorgverlof of pleegouderverlof.
Bron: Koninklijk besluit van 8 februari 2023 tot wijziging van de artikelen 3, 35, 46, 60, 64, 66 en 68 en tot invoering van een artikel 67bis in het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, BS 16 maart 2023.