Wijziging samenwerkingsakkoord ecomische migratie vanaf 5 april 2024

Het Samenwerkingsakkoord van 22 maart 2024 voert een aantal wijzigingen door aan het bestaande Samenwerkingsakkoord van 2018, en heeft betrekking op een aantal categorieën van arbeidsmigranten waarvoor specifieke Europese richtlijnen bestaan.

Context

Op 20 oktober 2021 nam de EU een Richtlijn aan gericht op het actualiseren van de regels voor hooggeschoolden die een Europese Blauwe Kaart (EBK) willen aanvragen (zie news) . De Europese blauwe kaart geeft hooggekwalificeerde werknemers van buiten de EU het recht om in een EU-land te wonen en te werken.

België had tot 18 november 2023 de tijd om deze richtlijn om te zetten naar Belgisch recht. Door de wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 6 december 2018 tussen de Federale staat en de Gewesten (+ Duitstalige gemeenschap), wordt deze omzetting nu grotendeels gerealiseerd. Voor een volledige omzetting is het evenwel nog wachten op wetgeving uit de verschillende gefedereerde entiteiten.

Sommige wijzigingen aan het Samenwerkingsakkoord zijn echter relevant voor een ruimere groep van arbeidsmigranten, met name de houders van een Europese Blauwe Kaart, seizoenarbeiders, Intra-Corporate Transferees (ICT), onderzoekers, stagiairs en Europese vrijwilligers.

Deze belangrijkste algemene wijzigingen worden hieronder besproken.

Wijzigingen van toepassing vanaf 5 april 2024

Snellere toelating om te werken in België: In principe kan een arbeidsmigrant die een gecombineerde vergunning heeft bekomen, pas beginnen werken nadat hij zich heeft aangemeld bij de gemeente. Omdat in bepaalde gemeenten rekening moet worden gehouden met wachttijden en afspraaksystemen, zullen deze arbeidsmigranten voortaan meteen kunnen beginnen werken op basis van een zogenaamde bijlage 46, en dit voor een periode van maximaal 90 dagen. Binnen die periode moet de aanmelding bij de gemeente uiteraard wel gebeurd zijn.

Informatieplicht van de bevoegde overheden: Alle bevoegde overheden hebben voortaan een actieve informatieplicht ten aanzien van de betrokkenen inzake 1) de bewijsstukken die bij de aanvraag moeten worden gevoegd en 2) hun rechten, plichten en procedurele waarborgen. Deze regel zou vertragingen te wijten aan procedurele fouten moeten verminderen.

Behandelingstermijnen : Voor de categorieën die onder het Samenwerkingsakkoord vallen, gelden voortaan snellere behandelingstermijnen van maximaal 90 dagen, in plaats van de gebruikelijke 4 maanden voor een gewone gecombineerde vergunning. Het Samenwerkingsakkoord specifieert ook dat de kennisgeving van de beslissing binnen deze behandelingstermijn moet gebeuren. Anderzijds zal niet langer een automatisch positieve beslissing volgen bij overschrijding van de behandelingstermijn.

Niet-verlenging van toelating tot arbeid, betekent niet altijd het einde van het recht tot verblijf : Het Samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 voorzag reeds dat bij een niet-verlenging van de toelating tot arbeid, het recht op verblijf van rechtswege eindigde na 90 dagen. Een nieuw artikel specifieert nu dat deze regel enkel van toepassing is, wanneer de vreemdelingenwetgeving dat zo bepaalt. Dit is het geval voor seizoenarbeiders en Intra-Corporate Transferees. De overige categorieën die door het samenwerkingsakkoord geviseerd worden, vallen voortaan dus niet meer onder deze regel.

Te onthouden ?

Het samenwerkingsakkoord van 22 maart 2024 actualiseert vanaf 5 april 2024 de regels inzake de aanvraag of het verlies van de toelating tot arbeid en verblijf in België, voor een aantal categorieën van arbeidsmigranten waarvoor specifieke Europese richtlijnen bestaan.

Voor de volledige omzetting van de EU Richtlijn betreffende de Europese Blauwe Kaart, is het nog wachten op regelgeving van de gefedereerde entiteiten.

Bron : Samenwerkingsakkoord van 22 maart 2024 tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 6 december 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaamse Gewest, het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap houdende uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 2 februari 2018 tussen de Federale Staat, het Waals Gewest, het Vlaamse Gewest, het Brussels-Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de coördinatie tussen het beleid inzake de toelatingen tot arbeid en het beleid inzake de verblijfsvergunningen en inzake de normen betreffende de tewerkstelling en het verblijf van buitenlandse arbeidskrachten, BS 26 maart 2024.