Het Grondwettelijk Hof bevestigt de vereiste van volstrekte noodzakelijkheid voor het gebruik van een eenzijdige procedure bij een staking
Het Hof bevestigt dat de strikte voorwaarden voor het gebruik van de procedure op eenzijdig verzoekschrift geen schending van het eigendomsrecht vormen.
Het gebruik van de procedure op eenzijdig verzoekschrift is voorbehouden voor gevallen van "volstrekte noodzakelijkheid" (art. 584, vierde lid van het Gerechtelijk Wetboek).
De prejudiciële vraag
Een bedrijf had verschillende procedures op eenzijdig verzoekschrift opgestart om de blokkades van haar winkels te verbieden. De voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg had deze verzoeken ingewilligd. Nadat de beschikking aan een stakende werknemer werd betekend, diende deze derdenverzet in.
De stakende werknemer voerde aan dat het eenzijdig verzoekschrift onontvankelijk had moeten worden verklaard omdat er geen sprake was van volstrekte noodzakelijkheid.
Volgens de rechtsleer is er sprake van volstrekste noodzakelijkheid:
- wanneer het noodzakelijk is om een verrassingseffect uit te lokken;
- wanneer het niet mogelijk is om op een vaststaande en nauwkeurige wijze de personen te identificeren ten aanzien van wie de maatregelen moeten worden uitgevoerd
- of in uiterst dringende noodzakelijkheid, d.w.z. wanneer de vrees voor een ernstig en dreigend gevaar tot een onmiddellijke maatregel noopt die niet de vertraging duldt die wordt veroorzaakt door een procedure op tegenspraak, zelfs niet met verkorte termijnen.
De voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg stelde daarop een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof. Hij wenste te vernemen of er een schending van het eigendomsrecht is nu een winkeleigenaar zich ook moet beroepen op één van de gevallen van volstrekte noodzakelijkheid om gebruik te kunnen maken van de procedure op eenzijdig verzoekschrift en zo de blokkade van zijn winkel te laten verbieden.
Het oordeel van het Grondwettelijk Hof
In zijn arrest van 14 november 2024 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat de vereiste van volstrekte noodzakelijkheid om een beroep te doen op een procedure op eenzijdig verzoekschrift geen inbreuk vormt op het eigendomsrecht.
Te onthouden?
Het Grondwettelijk Hof bevestigt dat de werkgever ook in geval van een winkelblokkade moet aantonen dat hij zich in één van de drie situaties van volstrekte noodzakelijkheid bevindt om gebruik te kunnen maken van de procedure op eenzijdig verzoekschrift.
Bron: Grondwettelijk Hof 14 november 2024, nr. 123/2024.