Reglementering
05 december 2024

Klokkenluiderswetten: naar een gedeeltelijke vernietiging door het Grondwettelijk Hof?

De Belgische wetgeving inzake de bescherming van klokkenluiders heeft al tot heel wat discussie geleid, in het bijzonder over de verhouding tot de regels inzake het beroepsgeheim. Er werd dan ook een beroep tot vernietiging ingesteld bij het Grondwettelijk Hof. Dat besliste nu drie prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie te stellen.

Context

De wetgeving inzake de bescherming van klokkenluiders bestaat voornamelijk uit twee teksten:

  • De wet van 28 november 2022 heeft betrekking op melders van inbreuken op EU- of nationale wetgeving in de private sector;
  • De wet van 8 december 2022 heeft betrekking op melders van integriteitsschendingen bij de federale overheidsinstanties en de geïntegreerde politie.

Er bestaat discussie over de verhouding tussen deze twee wetteksten en het beroepsgeheim, waaraan diverse juridische beroepen zijn onderworpen. De wetgever heeft een gelimiteerde uitzondering voorzien voor advocaten. Zij zijn enkel gebonden zijn door hun beroepsgeheim (en dus uitgesloten van de klokkenluidersregeling) wanneer ze de juridische situatie van hun cliënt beoordelen of hun opdracht van verdediging of vertegenwoordiging van deze cliënt uitoefenen.

Voor andere juridische beroepen die eveneens aan het beroepsgeheim onderworpen zijn (bedrijfsjuristen, belastingadviseurs, accountants, enz.) heeft de wetgever geen uitzondering voorzien.

Beroep tot vernietiging

Tegen deze achtergrond hebben een aantal organisaties (de Orde van Vlaamse balies, de Ordre des barreaux francophones et germanophone, het Instituut voor bedrijfsjuristen en het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants) en individuen besloten een beroep tot vernietiging in te stellen bij het Grondwettelijk Hof. Hun zaak kan als volgt worden samengevat:

  • De Ordes menen dat deze wetten het beroepsgeheim van advocaten al te veel beperken.
  • Het Instituut voor bedrijfsjuristen is van mening dat de wet van 28 november 2022 het onmogelijk maakt om de vertrouwelijkheid van hun adviezen te garanderen. Ze vrezen bijgevolg dat ze de vertrouwensband met hun werkgever zullen verliezen en dat er minder beroep op hen zal worden gedaan.
  • Het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants betreurt het dat hun beroepsgeheim niet beschermd is, wat de vertrouwensrelatie met hun klanten kan schaden.

Besluit van het Grondwettelijk Hof

Volgens het Grondwettelijk Hof heeft de wetgever het beroepsgeheim van advocaten niet miskend.

Daarnaast beslist het om een reeks prejudiciële vragen te stellen aan het Europees Hof van Justitie over de mogelijkheid om ook voor andere juridische beroepsgroepen een uitzondering te voorzien. Het Grondwettelijk Hof wacht op het antwoord van het Hof van Justitie alvorens uitspraak te doen over het beroep tot vernietiging.

Te onthouden?

Het Grondwettelijk Hof heeft geoordeeld dat het beroepsgeheim van advocaten niet wordt beperkt door de klokkenluiderswetten. Het bijstaan en het verdedigen in rechte van de cliënt en het juridisch advies, zelfs buiten elk rechtsgeding, blijven door het beroepsgeheim gedekt en kunnen niet het voorwerp uitmaken van een melding als klokkenluider.

Daarnaast heeft het Grondwettelijk Hof beslist een reeks prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie over de vraag of de klokkenluiderswetten een uitzondering moeten bevatten voor andere juridische beroepen. Afhankelijk van het standpunt van het Europees Hof zouden de klokkenluiderswetten gedeeltelijk vernietigd kunnen worden.

Bron: Grondwettelijk Hof 7 november 2024, nr. 115/2024, beschikbaar op www.const-court.be.

We use cookies to track usage and preferences Legal terms I Understand