Opgelet met opeenvolgende tijdelijke- en vervangingsovereenkomsten

Het Grondwettelijk Hof stelt dat werknemers met afwisselende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten, dezelfde bescherming moeten genieten als werknemers met opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur.

Dit moet in principe beperkt blijven tot 2 jaar.

Context

Een werknemer werkt gedurende meer dan 15 jaar bij dezelfde werkgever afwisselend met contracten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten.

Bij afloop van het laatste contract van bepaalde duur stelde de werknemer de werkgever in gebreke voor de betaling van een opzeggingsvergoeding. De werknemer was van oordeel dat er inmiddels sprake was van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.

Het arbeidshof dat de zaak behandelt heeft de kwestie voorgelegd aan het Grondwettelijk Hof. De vraag stelt zich of er een discriminatie is tussen:

• Werknemers met opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur, die, wanneer de totale duur van de opeenvolgende overeenkomsten de grens van 2 jaar overschrijdt, de bescherming genieten van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd en
• Werknemers die afwisselend met overeenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten tewerkgesteld worden, zonder dat er na 2 jaar een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur tot stand zou komen.

Beslissing Grondwettelijk Hof 

Het Grondwettelijk Hof wijst erop dat de wetgever duidelijk de bedoeling gehad heeft om beperkingen op te leggen aan het gebruik van precaire arbeidscontracten teneinde de arbeidsstabiliteit te garanderen:

• De mogelijkheid om opeenvolgende contracten van bepaalde duur te sluiten wordt beperkt door een grens van 2 jaar;
• Een vervangingsovereenkomst die langer duurt dan 2 jaar wordt een gewone arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur;
• De mogelijkheid om opeenvolgende vervangingsovereenkomsten te sluiten wordt eveneens beperkt door een grens van 2 jaar.

Volgens het Hof is er dan ook geen redelijke verantwoording voor het feit dat de opeenvolging van arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten, niet onderworpen zou zijn aan een gelijkaardige beperking.

Het Grondwettelijk Hof besluit dan ook dat er inderdaad sprake is van een ongeoorloofde discriminatie.

Het is nu dan ook aan de wetgever om deze discriminatie op te heffen. In afwachting van een wetswijziging, kunnen de Hoven en Rechtbanken alvast deze rechtspraak toepassen in de praktijk.

Te onthouden?

Ook wanneer een werknemer afwisselend tewerkgesteld wordt met overeenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten, zal er sprake zijn van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, wanneer de totale duur van deze contracten de grens van 2 jaar overschrijdt.

Bron: Grondwettelijk Hof, 17 juni 2021, arrest nr. 93/2021, www.const-court.be