Arbeidsongeval : Belgische Staat veroordeeld door stilzitten van MEDEX
Het arbeidshof van Brussel oordeelt dat MEDEX een fout begaat door het slachtoffer van een ongeval niet binnen een redelijke termijn uit te nodigen voor een medisch onderzoek

De regelgeving inzake arbeidsongevallen in de publieke sector verplicht MEDEX om het slachtoffer van het ongeval voor een medisch onderzoek op te roepen in geval van arbeidsongeschiktheid van 30 dagen of meer. Hoewel er geen wettelijke termijn is, heeft het Arbeidshof geoordeeld dat MEDEX een fout begaat wanneer het dit onderzoek niet binnen een redelijke termijn heeft verricht.
Context
Een werkneemster van een openbaar ziekenhuis (hoofdstuk XII) heeft een arbeidsongeval. Het ziekenhuis dient een aangifte van het arbeidsongeval in bij de verzekeraar en bij MEDEX. MEDEX bevestigt de ontvangst van de aangifte, maar roept het slachtoffer niet op voor een medisch onderzoek.
Drie maanden later besluit de verzekeraar geen verdere arbeidsongeschiktheid in verband met het arbeidsongeval te erkennen. Op grond hiervan heeft het ziekenhuis de betaling van de vergoeding stopgezet.
De werkneemster heeft dit besluit aangevochten en het ziekenhuis in gebreke gesteld om de toepasselijke procedure met een onderzoek door MEDEX te eerbiedigen. De zaak komt uiteindelijk voor de rechtbank.
De werkneemster verkrijgt van de rechtbank een deskundigenonderzoek. De rechtbank weigerde evenwel om een schadevergoeding (ten bedrage van 1.250 EUR) toe te kennen ten laste van de Belgische Staat doordat zij niet door MEDEX onderzocht werd. De werkneemster heeft tegen het arrest hoger beroep ingesteld, met name op dit laatste punt.
Beslissing van het Hof
Volgens het Koninklijk Besluit van 13 juli 1970 moet MEDEX het slachtoffer van een arbeidsongeval wiens arbeidsongeschiktheid ten minste 30 dagen bedraagt, ambtshalve oproepen om het percentage van blijvende ongeschiktheid en het percentage van de hulp van derden te bepalen. MEDEX moet dan een beslissing nemen en de werkgever van het slachtoffer op de hoogte brengen.
Ookal voorziet de regelgeving geen termijn waarbinnen MEDEX een onderzoek moet doen, toch is het Hof is van oordeel dat MEDEX krachtens de beginselen van behoorlijk bestuur moet handelen binnen een redelijke termijn. De duur van de redelijke termijn wordt bepaald door de complexiteit van de zaak, het vereiste onderzoek en de spoedeisendheid.
In casu merkt het Hof op dat MEDEX op het tijdstip van de indiening van het verzoekschrift reeds meer dan 9 maanden in het bezit was van de aangifte van het arbeidsongeval, zonder enige actie te ondernemen. Het Hof is van oordeel dat de oproeping van het slachtoffer voor een medisch onderzoek een zeer eenvoudige formaliteit is, zodat de redelijke termijn duidelijk is overschreden. MEDEX heeft dus een fout begaan die recht geeft op schadevergoeding op grond van het gemeen aansprakelijkheidsrecht.
Wat de vaststelling van de schade betreft, argumenteerde de werkneemster dat er sprake was van een verlies van een kans om haar invaliditeit door een onafhankelijk arts te laten beoordelen. Het Hof gaat hier niet op in, deze vordering is zonder voorwerp, daar er een gerechtsdeskundige aangesteld werd. Het Hof erkent evenwel de schade van het verlies van het voordeel van de bijzondere kenmerken van het administratief onderzoek. Zo kon ze zich niet kosteloos laten bijstaan door een medisch adviseur tijdens de procedure of kon ze geen intern beroep instellen tegen het besluit van MEDEX. De werkneemster kreeg hiervoor een schadevergoeding van 500 euro toegekend.
Te onthouden?
Ondanks het stilzwijgen van de wet, is MEDEX verplicht het slachtoffer van een arbeidsongeval op te roepen en binnen een redelijke termijn uitspraak te doen. Het stilzitten van MEDEX kan een fout vormen die recht kan geven op een schadevergoeding ten laste van de FOD Volksgezondheid.
Bron:Arbh. Brussel, 25 oktober 2021, A.R. nr. 2018/AB/827