ARBEIDSDEAL (1/5): Maatregelen inzake arbeidsduur

Maatregel 1: De vierdaagse werkweek

Een nieuw artikel 20bis/1 in de Arbeidswet van 16 maart 1971, maakt het mogelijk om uurroosters te voorzien waarbij een voltijds rooster op 4 dagen gepresteerd wordt. Het dagrooster in zo’n regime bedraagt dan:

• 9u en 30 min. voor een uurrooster van 38u per week;
• 9u en 45 min. voor een uurrooster van 39u per week;
• 10u voor een uurrooster van 40u per week.

De dagroosters tot 9u30 kunnen via een wijziging van het arbeidsreglement ingevoerd worden. Is de dagelijkse arbeidsduur hoger, dan is een CAO vereist, dewelke ook automatisch het arbeidsreglement zal wijzigen.

Indien een 4-dagen werkrooster is voorzien in het arbeidsreglement of CAO, dan is de toepassing van dit rooster niet automatisch:

• De werknemer moet eerst een schriftelijk verzoek doen;
• De partijen moeten vervolgens een schriftelijke bijlage bij de arbeidsovereenkomst afsluiten voor een hernieuwbare periode van 6 maanden.

Daarnaast gelden ook de volgende bijkomende verplichtingen voor de werkgever:

• Indien hij het verzoek weigert, moet hij dit schriftelijk motiveren (binnen 1 maand);
• De werkgever moet de aanvraag en de overeenkomst bewaren (tot 5 jaar na duurtijd van de overeenkomst);
• Indien daarom gevraagd wordt, moet een kopie van de overeenkomst aan het CPBW (of bij ontstentenis, aan de SD) bezorgd worden.

Het wetsontwerp bepaalt voorts nog dat werknemers in dit arbeidsregime enkel vrijwillige overuren kunnen presteren op de dagen waarop reeds arbeidsprestaties zijn voorzien.

Maatregel 2: het wisselend voltijds weekregime

Een nieuw artikel 20quater in de Arbeidswet van 16 maart 1971, maakt het mogelijk om een arbeidsregime te voorzien waarin drukke weken afgewisseld worden met lichtere weken:

• Uitgangspunt: cyclus van 2 weken;
• Uitzonderingsregime: cyclus van 4 weken, i.e. 2 keer 2 weken, tijdens de zomerperiode (3^de trimester) en omwille van “onvoorziene omstandigheden” op vraag van de werknemer.

Het regime wordt ingevoerd in het arbeidsreglement via de gewone wijzigingsprocedure, maar de toepassing ervan is opnieuw niet automatisch. Dezelfde principes gelden als voor de 4-dagen werkweek:

• De werknemer moet eerst een schriftelijk verzoek doen;
• De partijen moeten vervolgens een schriftelijke bijlage bij de arbeidsovereenkomst afsluiten voor een hernieuwbare periode van 6 maanden.

Daarnaast gelden opnieuw de volgende bijkomende verplichtingen voor de werkgever:

• Indien hij het verzoek weigert, moet hij dit schriftelijk motiveren (binnen 1 maand);
• De werkgever moet de aanvraag en de overeenkomst bewaren (tot 5 jaar na duurtijd van de overeenkomst);
• Indien daarom gevraagd wordt, moet een kopie van de overeenkomst aan het CPBW (of bij ontstentenis, aan de SD) bezorgd worden.

Het wetsontwerp bepaalt eveneens dat werknemers in dit arbeidsregime enkel vrijwillige overuren kunnen presteren in de “drukke weken”.

Maatregel 3: De deeltijdse arbeid – meedelen variabele uurroosters

Het wetsontwerp verlengt de termijn die de werkgever moet naleven bij het meedelen van de variabele deeltijdse uurroosters:

• De termijn van 5 werkdagen wordt 7 werkdagen;
• De uitzonderingstermijn van 1 werkdag (via algemeen verbindend verklaarde CAO) wordt 3 werkdagen.

Er gelden wel uitzonderingen en overgangsmaatregelen:

• Indien een sector-CAO reeds voorzag in een lagere termijn dan 3 werkdagen, dan blijft deze termijn behouden tot dat er een nieuwe CAO over deze aangelegenheid wordt afgesloten en dit uiterlijk tot en met 31 december 2022. De sectorale CAO’s in het PC 145 (tuinbouwbedrijf), PC 121 (schoonmaak) en PC 200 (aanvullend paritair comité voor de bedienden) blijven evenwel ook na 31 december 2022 van kracht;
• De sociale partners in het PC 302 (hotelbedrijf) en PC 110 (textielverzorging) kunnen voor 1 januari 2023 een CAO afsluiten die voorziet in lagere termijn dan 3 werkdagen;
• De eventuele termijnen die reeds in het arbeidsreglement voorzien zijn moeten aangepast worden, maar kunnen van toepassing blijven tot 9 maanden na de inwerkingtreding van de wet.

Inwerkingtreding van voormelde maatregelen

Het wetsontwerp bevat geen specifieke bepaling over de inwerkingtreding. Dit betekent dat de maatregelen in principe 10 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van kracht worden.

Deze informatie wordt verstrekt onder voorbehoud van goedkeuring van de definitieve teksten door het Parlement.

Bron:Wetsontwerp houdende diverse arbeidsbepalingen, Doc. nr. 2810/001.