De opeenvolging van verschillende types “precaire” contracten wordt beperkt tot 2 jaar

Context

In een arrest van 17 juni 2021 (zie bespreking in onze News van 19 juli 2021) heeft het Grondwettelijk Hof een discriminatie vastgesteld tussen:

• werknemers met opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur die, wanneer de totale duur van deze overeenkomsten meer dan 2 jaar bedraagt, in aanmerking komen voor een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur enerzijds, en;
• werknemers die worden aangeworven met arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur die worden afgewisseld met vervangingsovereenkomsten, zonder de mogelijkheid dat dit leidt tot een overeenkomst van onbepaalde duur anderzijds.

Het Hof droeg de wetgever op om een einde te maken aan deze discriminatie.

De nieuwe regels

De wetgever is tegemoetgekomen aan deze kritiek. Voortaan mag de totale duur van opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur of overeenkomsten voor duidelijk omschreven werk en vervangingsovereenkomsten samen niet langer zijn dan twee jaar, tenzij wanneer een onderbreking toe te schrijven is aan de werknemer. Wordt deze duur overschreden, dan gelden de regels die van toepassing zijn op overeenkomsten van onbepaalde duur.

Er wordt echter een uitzondering gemaakt wanneer een vervangingsovereenkomst volgt op verscheidene opeenvolgende overeenkomsten van bepaalde duur of voor duidelijk omschreven werk. Deze vervangingsovereenkomst wordt niet in aanmerking genomen bij de berekening van de totale duur van 2 jaar, op voorwaarde dat:

• de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten worden gerechtvaardigd door de aard van het werk of door andere wettige redenen (bv. een werknemer wordt na afloop van zijn arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur met een vervangingsovereenkomst in dienst genomen om een collega met loopbaanonderbreking te vervangen); EN
• de totale duur van alle overeenkomsten samen niet langer is dan 3 jaar.

Inwerkingtreding en toepassing in de tijd

Deze nieuwe bepalingen treden in werking op de tiende dag na de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad. Momenteel is de wet nog niet bekendgemaakt.

De nieuwe regels zullen van toepassing zijn op overeenkomsten die vanaf de inwerkingtreding van de wet worden gesloten. Voor de berekening van de maximumtermijnen van 2 en 3 jaar zal echter rekening worden gehouden met overeenkomsten die vóór de inwerkingtreding van de wet zijn gesloten en die in opeenvolging voorafgaan aan de arbeidsovereenkomst die na deze inwerkingtreding wordt gesloten.

Te onthouden?

Voortaan mag de totale duur van een opeenvolging van overeenkomsten van bepaalde duur of overeenkomsten voor duidelijk omschreven werk en één of meer vervangingsovereenkomsten niet langer zijn dan 2 jaar, enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten. Wordt deze duur overschreden, dan gelden de regels die van toepassing zijn op overeenkomsten van onbepaalde duur.

Heeft u vragen over dit onderwerp, aarzel dan niet om contact op te nemen met één van onze advocaten!

Bron: Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met het oog op de beperking van de duur van de opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten, aangenomen door de Kamer van volksvertegenwoordigers op 16 maart 2023, nog niet bekendgemaakt.