Het ontslag van een arbeidsongeschikte werknemer is niet noodzakelijkerwijs discriminatoir
Ontslag tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid kan gebaseerd zijn op het gebrek aan medewerking van de werknemer bij zijn eigen re-integratie.
De Franstalige arbeidsrechtbank van Brussel oordeelde dat het ontslag van een tijdelijk arbeidsongeschikte werknemer niet discriminerend is, wanneer de werknemer niet meewerkt aan de inspanningen die de werkgever levert om de werknemer te re-integreren.
Context
Een werknemer presteert middelmatig en onderhoudt conflictueuze relaties met zijn leidinggevenden. Na een negatieve evaluatie wordt de werknemer langdurig arbeidsongeschikt, waarop de werkgever verschillende keren probeert om hem te re-integreren. De werknemer weigert echter elke aanpassing die hem niet bevalt. Uiteindelijk gaat de werkgever over tot ontslag, waarbij hij spontaan de ontslagmotieven meedeelt.
De werknemer stelt een vordering in voor de Franstalige Arbeidsrechtbank van Brussel en eist onder andere een schadevergoeding wegens discriminatie op grond van een handicap of de huidige of toekomstige gezondheidstoestand.
Beslissing van de arbeidsrechtbank
De rechtbank stelt vast dat de werknemer een verzoek om redelijke aanpassingen, in de vorm van een halftijdse werkhervatting, had ingediend en dat de werkgever dat had afgewezen. Een dergelijke weigering om redelijke aanpassingen te doen vormt in dit geval geen discriminatie op grond van een handicap. De werknemer had de werkgever namelijk nooit meegedeeld dat hij een handicap had en de werknemer kon dit ook niet bewijzen tijdens de gerechtelijke procedure. Bij gebrek aan een vastgestelde handicap kan er geen sprake zijn van discriminatie op grond van handicap.
Vervolgens onderzoekt de rechtbank of het ontslag gebaseerd is op het criterium gezondheidstoestand. Enkel de chronologische nabijheid tussen de arbeidsongeschiktheid, de weigering van een deeltijdse werkhervatting en het ontslag laat vermoeden dat er sprake is van discriminatie.
De werkgever motiveert het ontslag echter niet op grond van het verzoek om halftijds het werk te hervatten of op grond van de arbeidsongeschiktheid. In de ontslagbrief verwijst de werkgever naar de slechte prestaties van de werknemer voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid, de mislukte pogingen om de werknemer te re-integreren en de weigering van de werknemer om weer aan het werk te gaan zodra de modaliteiten hem niet bevielen. Deze omstandigheden houden geen verband met de gezondheidstoestand van de werknemer.
De rechtbank oordeelde dat er bij het ontslag geen sprake was van discriminatie op basis van de huidige of toekomstige gezondheidstoestand.
Te onthouden?
Het ontslag van een tijdelijk arbeidsongeschikte werknemer vormt geen discriminatie op grond van handicap als de werkgever niet op de hoogte is van de handicap en de werknemer het bewijs ervan ook niet levert.
Bovendien is het ontslag van de werknemer geen discriminatie op basis van de gezondheidstoestand wanneer de werknemer zich niet openstelt voor de verschillende stappen die de werkgever onderneemt om hem in een andere functie binnen het bedrijf te re-integreren.
Bron: Arbrb. Brussel, 10 september 2024, R.G. nr. 2023/643/A, onuitgegeven.