Fiscaal gunstregime bij ploegenarbeid: een tijdelijke maatregel voor meer rechtszekerheid

Een tijdelijke overgangsregeling moet meer rechtszekerheid bieden aan ondernemingen die genieten van het fiscaal gunstregime voor ploegenarbeid. Deze overgangsregeling zorgt er ondermeer voor dat ook bedrijven waarbij de omvang van het werk van de opeenvolgende ploegen verschilt, toch nog (gedeeltelijk) van de fiscale gunstmaatregel kunnen genieten.

Waarom een overgangsregeling? 

Het fiscaal gunstregime voor bedrijven met ploegenarbeid, bestaat reeds vele jaren. In april 2022 werd het systeem overigens nog aangepast, zoals toegelicht in een eerder artikel hierover.

In de praktijk bleek er evenwel heel wat discussie te bestaan omtrent de interpretatie van de voorwaarden om van dit gunstregime gebruik te kunnen maken. De belastingsadministratie verdedigde een heel strikte interpretatie, met onder andere zware gevolgen voor de bedrijven waarbij het arbeidsvolume van de opeenvolgende ploegen fluctueert.

Gelet op de complexiteit van het gustregime in het algemeen, is het hele systeem aan een grondige herziening toe. In de tussentijd introduceert de wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen deze tijdelijke overgangsmaatregel om bedrijven meer rechtszekerheid te bieden.

De overgangsregeling

Het gunstregime houdt in dat bedrijven een deel van de ingehouden bedrijfsvoorheffing (BV) niet moeten doorstorten aan de fiscus. Bedrijven kunnen in aanmerking komen voor een gedeeltelijke vrijstelling van de doorstorting van de BV als de volgende voorwaarden voldaan zijn:

• er zijn minstens 2 opeenvolgende ploegen met elk minstens 2 werknemers ;
• de ploegen moeten werk van dezelfe aard verrichten. De omvang van het werk verricht door elke ploeg kan wel verschillen;
• de ploegen moeten elkaar opvolgen met een onderbreking van maximaal 15 minuten;
• er wordt een ploegenpremie betaald.

Deze voorwaarden zijn dus minder streng dan die van de basisregeling, in die zin dat het bijvoorbeeld niet vereist is dat de opeenvolgende ploegen ook werk van eenzelfde omvang verrichten.

Bedragen

De vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing heeft betrekking op 22,8% van het belastbare loon van de betrokken werknemers. Het percentage bedraagt 25% ingeval van continu-arbeid.

Een complexe formule bepaalt het uiteindelijke bedrag van de vrijstelling. Deze is gebaseerd op een vergelijking tussen het arbeidsvolume van de verschillende opeenvolgende ploegen. Op die manier dient een deel van de bedrijfsvoorheffing die ingehouden wordt op het loon van de betrokken werknemers niet doorgestort te worden aan de fiscus..

Inwerkingtreding van de overgangsregeling

Om meer rechtszekerheid te bieden, heeft deze tijdelijke maatregel terugwerkende kracht. De regels zijn van toepassing op het loon betaald van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2026.

Te onthouden ?

Om te voorkomen dat de fiscale administratie het gunstregime voor ploegenarbeid te restrictief interpreteert, heeft de wetgever een tijdelijke overgangsstelsel voorzien. Deze maatregel komt o.a. tegemoet aan die bedrijven waarbij het arbeidsvolume van de opeenvolgende ploegen fluctueert.

Bron: Wet van 12 mei 2024 houdende diverse fiscale bepalingen, B.S., 29 mei 2024.